Ze was een begrip, de enige bij wie ik vlees at. ‘Tante Hanny’ stond voor gezelligheid en grenzeloze gastvrijheid. Vannacht stierf ze. Oud, maar de dagen nog niet zat.
Ze was de zus van mijn moeder. Na het overlijden van onze ouders kwam ze regelmatig langs met haar man, oom Johan. Om eten te koken, af te wassen, taart te bakken of jam te maken van het fruit uit onze tuin. Eens zette ze een grote pan op tafel onder de vermelding dat het net was of ze voor een weeshuis had gekookt. ‘Dat zijn we ook,’ was onze reactie. Wij moesten hard lachen, zij kreeg een rood hoofd. Regelmatig gingen we bij haar langs. We kregen er koffie, bleven eten, kregen zoveel chips en koeken dat we geen pap meer konden zeggen. Als tiener fietste ik met vrienden naar haar toe. Wie ook maar wilde kon blijven slapen, altijd, zo lang we maar wilden.
Ze werd ouder. Haar man werd ziek, waar ze steeds meer voor moest zorgen. Langzaam aan werd het onze beurt om haar te bezoeken. Aan het begin bakte ze nog taart als we kwamen. Later haalde ze er één uit de vriezer en uiteindelijk deden wij de koeken voor haar in de koektrommel. Maar ze bleef gastvrij, ook voor onze kinderen die inmiddels waren geboren en voor wie ze een soort van tweede oma was. Of misschien wel een eerste oma. Grootouders zijn in ons gezin nu eenmaal dun bezaaid.
Tante Hanny was onmetelijk gastvrij en lief. En toch is dit niet de enige, en zelfs niet de belangrijkste les uit haar leven. Ondanks dat haar bloedeigen neefjes en nichtjes wees waren geworden en ondanks dat het haar eigen zus was die overleed, vond ze ons niet zielig en overlaadde ze ons niet met haar eigen verdriet. Ze bemoederde niet. Ze beleerde niet. Ze bracht ‘slechts’ een beetje vreugde. Ze kwam ‘slechts’ zoals ze was. En liet ons zijn wie we waren.
Tante Hanny leerde dat je iemand kan troosten zonder het verdriet weg te willen nemen. Dat je iemand kan willen helpen, zonder iets terug te verwachten. En dat kwetsbare mensen vooral niet zielig zijn.
Tante Hanny… moge haar liefde en warmte ons inspireren tot een glimlach in een gebroken wereld.