– Gandhi en mijn kaasverslaving – Ik dacht dat ik Gandhi kende. Ik had artikelen over hem gelezen. De film Gandhi gezien. Zijn autobiografie bestudeerd. Tot ik de biografie ‘Gandhi, de legendarische jaren’ las. Het is een feitelijk relaas en toch eindigde ik het boek met tranen in mijn ogen. Alles wat ik dacht over Gandhi te weten bleek slechts een schamel begin te zijn en het lezen van de biografie heeft mijn leven behoorlijk op zijn kop gezet.
Al bij de eerste bladzijden irriteerde ik me. Aan de koppige, tirannieke man die Gandhi voor zijn omgeving kon zijn: Voor zijn vrouw naar wie hij zich als meester opstelde, voor zijn zoons, die verpletterd werden door de dwangmatige drang naar onfeilbaarheid van hun vader en voor zijn volgelingen van wie hij het hoogst haalbare verwachte. Er valt genoeg over Gandhi aan te merken: zijn kuisheidsgelofte die hij testte door met een pleegkleindochter in één bed te slapen, zijn amoreuze (platonische) relatie met een mooie jonge vrouw en zijn steun aan moslims voor één groot Turks kalifaat. Maar tijdens het oneindige lezen in de duizend bladzijden gebeurt er echter iets met me, wat ik slechts als ontzag en ontroering kan beschrijven. Het boek verplettert me. Gandhi verplettert me.
Gandhi had niets, hij was niets en vervulde geen politieke functie. Hij was een klein, uitgemergeld, mannetje, had een kaalgeschoren hoofd, grote oren en een sjaal over zijn blote schouders. Toch had hij misschien wel meer macht dan ooit iemand uitgeoefend heeft. Hij werd ‘Bapu’ (Vader) genoemd, en ‘Mahatma’ (Grote Ziel). Waar hij ook in India kwam, overal was er een grote toeloop van mensen. Iedereen wilde hem van dichtbij zien of aanraken, een verering die zich alleen laten vergelijken met verhalen uit het Nieuwe Testament. Tijdens één van zijn vele opsluitingen in de gevangenis lieten niet duizenden, maar miljoenen Indiërs zich door de Britten in elkaar slaan omdat ze geïnspireerd door Gandhi weigerden ‘gewoon’ belasting te betalen.
Ik kende de verhalen over zijn geweldloos verzet: zijn jaren van gevangenis, zijn zoutmars en zijn beroemde vasten om mensen te overreden. En toch is het totaal anders om alles gedetailleerd achter elkaar door te lezen. Hoe is één mens in staat om zoveel moed en kracht te hebben?
De beschrijving van de laatste jaren van zijn leven raakten mij het meest. Zijn vrouw overleed in de gevangenis en de één na de andere oude vriend ontviel hem. Na 1945 werd India onafhankelijk, maar helaas was de haat tussen moslims en hindoes zover opgelopen (aangewakkerd door de Britten) dat een tweedeling in een hindoeïstisch India en moslim Pakistan onvermijdelijk bleek. Plunderingen, gedwongen bekeringen, ontvoeringen en slachtpartijen waren aan de orde van de dag en meer dan een miljoen mensen kwamen om. Gandhi, bijna 80 jaar inmiddels, streed onvermoeibaar voor vrede door in kapotgeschoten dorpen te gaan wonen om moslims en hindoes weer samen te kunnen laten leven. Tot tweemaal toe vastte hij, doodhongeren is een beter woord, net zo lang tot moslims en hindoes besloten in vrede met elkaar te leven. Een extreem bloederige (burger)oorlog was afgewend, maar de haat was zo groot, dat het bijna onvermijdelijk was dat Gandhi met een kogel aan zijn einde kwam. Een extremistische, teleurgestelde hindoe schoot Gandhi van dichtbij neer. De Indiërs waren zo geschokt dat de hartstochten die tijdens de deling waren ontketend, snel onder controle werden gebracht. Gedurende meer dan tien jaar waren er na de dood van Gandhi geen ernstige onlusten tussen gemeenschappen in India meer.
De invloed van Gandhi is – ook tientallen jaren na zijn dood – onverminderd groot. Mensen als Desmond Tutu, Martin Luther King en Vaclav Havel werden door hem geïnspireerd in hun strijd tegen autocratische regimes. Naast zijn geweldloze verzet en zijn bijna maniakale streven naar bezitloosheid en zuiverheid, laat Gandhi ons nog meer na. Zo streed hij onvermoeibaar voor religieus pluralisme en interreligieuze harmonie, een strijd die hem uiteindelijk zijn leven zou kosten. Maar ook was hij opvallend open en benaderbaar over zijn eigen tekortkomingen en fouten. Na zijn dood kwamen er geen lijken uit de kast. Of, zoals de dichter Paul Valéry het zei: ‘Van alle publieke figuren van zijn en onze tijd was Gandhi uniek in die zin dat hij zijn gebreken, zijn maniakale neigingen, zijn lusten, zijn passies en bijgeloof voor de hele wereld blootlegde, via zijn artikelen in bladen die hij zelf redigeerde en publiceerde.’
Minder bekend bij het grote publiek is dat Gandhi al in 1928 waarschuwde voor de onhoudbaarheid van de westerse productie- en consumptiepatronen op mondiale schaal. ‘God verhoedde dat India ooit op de westerse wijze gaat industrialiseren,’ zo zei hij. Want ‘als een heel land van driehonderdmiljoen inwoners tot eenzelfde soort uitbuiting zou overgaan, zou het als sprinkhanen de wereld kaal vreten.’ Gandhi vergeleek de koers van de wereld met een mot, die hoe dichter hij zijn ondergang nadert, steeds sneller rondjes gaat vliegen, totdat hij verbrandt. Hij wist dat India mogelijk niet zou ontkomen aan het draaien van rondjes als een mot. Toch zag hij het als zijn plicht om tot zijn laatste ademtocht te proberen India en via India de wereld voor dat lot te behoeden.
Inmiddels zijn we 75 jaar verder en lijkt de mot angstvallig dicht bij de lamp te vliegen. Ik weet dit, maar toch ben ik ver van Gandhi’s motto om ‘koppig te doen wat je gelooft’. Wie de biografie van Gandhi leest, zal niet onberoerd blijven. In mijn geval realiseerde ik me al snel dat het boek één grote, confronterende spiegel is. Net als ieder mens heb ik mijn eigen tekortkomingen en zwaktes, iets wat ik de laatste jaren misschien maar al te makkelijk heb geaccepteerd.
Om het concreet te maken, besluit ik om twee stappen te zetten. Hoewel het nog maar moet blijken of ik dit in de praktijk kan brengen, schrijf ik dit in navolging van Gandhi’s openheid gewoon maar op:
- Het is makkelijk klagen over Extinction Rebellion. Over hypocriete demonstranten die zelf op wintersport gaan, over de troep die ze na een demonstratie achterlaten en over de onrust die ze aan een toch al zo complexe samenleving toevoegen. Maar het is wel dé actie waarmee het publiek bereik wordt (veel kritiek komt trouwens naadloos overéén met de kritiek op Gandhi’s zoutmars) Dus: bij leven en gezondheid sluit ik aan bij de steundemonstratie van de snelwegblokkade op 9 september.
- Ik wil zelf een volgende stap zetten in duurzaam leven en begin met kaas. Ik stop met het eten van kaas in maaltijden die ik zelf bereid. Ik kook 9 van de 10 keer, dus dat gaat voor mij echt verschil maken. Kaas heeft een grote impact op het milieu, neemt veel land in en creëert ook nog eens vlees.
Ik weet niet of je wel eens gehoord hebt van de term ‘zuivelcrack’, maar deze laatste keuze gaat echt wel een uitdaging worden. Al jaren hik ik er tegen aan en de maniakale keuzes van Gandhi gaven de doorslag. Moge God ons zegenen met de liefde, zuiverheid en koppigheid van een oude, halfnaakte man.