U kent het wel, u hoeft het internet maar te openen en in een bepaalde tijd van het jaar knallen de zogenoemde ‘black friday’ advertenties u tegemoet. Horden mensen die op drift raken omdat een grote keten de prijzen drastisch verlaagt. Vechtpartijen om een slipje of een mascara en drommen mensen die voor dag en dauw al uit de veren zijn om die ene printer voor een habbekrats op de kop te tikken. Alsof er een massa-psychose plaatsvindt. Alfred en ik bespraken de oerdriften die loskwamen in een groep mensen die voor een filiaal van Media Markt te Rotterdam stond te wachten tot deze opende. Er was een speciale kortingsactie op poten gezet die leidde tot haast dierlijk gedrag. Er werd gevochten. Het pand werd vernield en verkoopmedewerkers belaagd. Dat allemaal voor een paar knaken korting. Piepjonge kinderen werden in het holst van de nacht op sleeptouw genomen. De ME moest eraan te pas komen om de gemoederen tot bedaren te brengen en de actie werd, alvorens gehouden te worden, opgeheven.
Kan het dan ook anders? De Franse milieuorganisatie Envie bedacht in 2017 het concept: ‘Green Friday.’ Het concept wordt steeds breder gedragen. Het is het alternatief voor de goedkope goederen die we nodig of niet, kopen omdat ze zo zijn afgeprijsd. Wij betalen er misschien een lage prijs voor. De natuur betaalt er een hoge prijs voor. Green Friday heeft als doel de mens te informeren over diens aankopen en welke invloed dit heeft op de natuur. Niet om mensen zich schuldig te laten voelen maar om mensen bewustwording mee te geven over de klimaatimpact van consumentisme. Het wil tevens positief bijdragen aan maken van alternatieve keuzes.
Met name jongeren zijn een gemakkelijke prooi voor deze black friday gekte. Slechts een derde van de Nederlanders zou willen dat het hele fenomeen werd afgeschaft. Het overige deel verwacht dat bedrijven een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij. Het schuurt dat toch de helft van de mensen verwacht iets te gaan kopen tijdens black friday. Wie moet deze gekte een halt toeroepen? De consumenten of de bedrijven. Het één houdt het ander in stand. Als de consumenten blijven kopen, blijft het concept bestaan en als het concept blijft bestaan, blijven de consumenten kopen. Verkoopt de concurrent iets met 50% korting? Dan maak jij daar 60% van. Zo ontstaat een vicieuze cirkel waar iedereen de dupe van wordt. De makers, omdat de productie steeds goedkoper moet. De verkopers, die nauwelijks meer winstmarges overhouden. En bovenal het klimaat, dat lijdt onder deze drang naar overconsumptie.
Toch besluiten steeds meer bedrijven om niet mee te doen aan deze verkoopgekte. In plaats hiervan doen ze iets goeds voor de wereld. Als tegengeluid tegen de verkoopwoede die de feestdagen inluidt. Dille en Kamille sluit haar deuren de laatste vrijdag van november. IKEA vestigt de aandacht op tweedehands spullen. Klanten van Bever kunnen gratis hun schoenen laten onderhouden. Op deze manier stimuleren bedrijven bewustwording onder hun klanten.
Of de toekomst ook groen is, is moeilijk te zeggen. Er is een beweging op gang gekomen die bewust bezig is met duurzaamheid en klimaat en zich richt op bewustwording bij de consument. Er is een groep jonge consumenten die zich bewust is van de impact van consumentisme. Vintage winkels, kledingruilacties en vintage markten worden steeds populairder. Toch blijft de mens gevoelig voor de prikkel van lage prijzen of hoge kortingen.